IAN SIEGAL - MOULIN BLUES OSPEL - 07/05/11

Artiest info
Website  
 

MOULIN BLUES OSPEL - 07/05/11

 

 

Ian Siegal heeft op zijn weg naar Ospel twee vliegtuigen gemist, maar op de valreep is zijn optreden  op Moulin Blues toch nog  doorgegaan. Uiteindelijk is het al na middernacht als we eindelijk met Ian aan tafel zitten. Ondanks de hectische toestanden is er een aangenaam en relaxed gesprek ontstaan.

Hoe is het idee ontstaan om een album in Mississippi op te nemen en wie zijn de Youngest Sons?

IS: Ik ben al mijn heel leven lang een fan van Amerikaanse Rootsmuziek. Toevallig kwam mijn manager Cody Dickinson, co-oprichter en producer van de North Mississippi All Stars, tegen en ze raakten in gesprek. Daar is het idee gegroeid om een plaat op te nemen in de States. Ik ben vervolgens naar Memphis gevlogen om Cody te ontmoeten. Vanaf het eerste moment was er een goed contact en we begrepen elkaar wonderwel.
Het was Cody die de muzikanten samen gebracht heeft, het zijn allemaal lokale muzikanten van de Mississippi streek. Garry Burnside op gitaar en bas is de zoon van R. L. Burnside, Robert Kimbrough op gitaar is de jongste zoon van Junior Kimbrough. Op drums speelt Rodd Bland, zijn vader is de blues/soul zanger Bobby “Blue” Bland en tenslotte Cody Dickinson, de zoon van producer/pianist Jim Dickinson. Geheel toevallig hebben we ontdekt dat we allemaal de jongste zonen in onze families zijn en dan was de naam voor de band snel gevonden: “The Youngest Sons”.

Wat deed het je om daar op de Zebra Ranch in de Tate County, Mississippi te kunnen opnemen? Aan de muur hangen zo te zien velerlei memorabilia uit een bijzonder rijk verleden?

IS: Het was wonderlijk voor mij daar in Mississippi te zijn. Zebra Ranch is een tamelijk bekende studio en voor mij was het een eer daar te mogen opnemen. Maar teveel wou ik daar niet over nadenken, ik moest mij op de opnames concentreren en ik wou mij niet al teveel erdoor laten beïnvloeden. Het was pas als alles achter de rug was dat ik mij gerealiseerd heb wat het eigenlijk betekende, quite a big thing actually.

Vond je iets in deze ‘roots’ of ‘hill country’ blues dat appelleert aan een intuïtief aanvoelen of persoonlijke ontdekkingsreis? Of was het meer een historische uitdieping of nieuwsgierigheid naar de bronnen?

IS: Ik ken deze muziek al tamelijk goed, ik luister er al jaren naar. Maar daar ter plaatse wordt de beleving ervan toch intenser. Je moet je voorstellen dat het daar snikheet is, rond de 48 graden en er is ‘iets’ in de atmosfeer waardoor je trager begint te spelen. Deze hete en plakkerige omgeving draagt er zeker toe bij dat je manier van spelen verandert. Je bent daar zonder twijfel in “Bluescountry”.

Hoe zou je de samenwerking of de wederzijdse bevruchting met The Youngest Sons omschrijven? Was er een spirituele band?

IS: Ik weet niet of je het een spirituele band kunt noemen... We kwamen vanaf het eerste moment perfect met elkaar overeen. Iedereen accepteerde mij onmiddellijk. Het voelde als één grote familie. Werkelijk iedereen was daar hartelijk en aardig voor mij, ik voelde mij zeer welkom in hun midden.  Maar het was vooral hard werken, we hebben de plaat in drie dagen vastgelegd, ononderbroken geïmproviseerd zonder repetitie. Drie dagen, dat is snel hoor!

Welke band heb jij met Cody Dickinson, die “The Skinny” producete?

IS: Cody heb ik voor het eerst tien jaar geleden ontmoet, hij was toen nog heel erg jong maar hij speelde al bij de Mississippi All Stars. Spijtig genoeg kan hij zich van onze eerste ontmoeting helemaal niks meer herinneren (lacht). Later liepen we elkaar weer tegen het lijf en we zijn in korte tijd heel goed bevriend geraakt. Cody is een fijne kerel en muzikant, we treden soms samen op. Volgende week is het weer zover, dan spelen we een exclusieve show in de Dingwalls in London. Het is van 2007 geleden dat Cody nog in de UK opgetreden heeft.

Kun je wat meer uitleg geven over de uitdrukking “The Skinny”?

IS: “The Skinny” is een oude Jazz-Slang term uit de jaren 30 of 40. Het betekent zoveel als insider news, of het verhaal dat rondgaat op straat, “hij is the skinny”... Ik weet niet waarom maar het is moeilijk uit te leggen. Ik vind het een leuke uitdrukking, het is een beetje enigmatisch en mysterieus...

Heb jijzelf een voorkeur voor een van de songs op dit “The Skinny” album?

IS: Ik hou enorm van Gary’s song “Pic Nic Jam”. Wat je op de CD hoort is de eerste track die we opgenomen hebben tijdens een totale improvisatie. Het was meteen raak! Alvin Youngblood Hart zingt de backing vocals. Een geweldige song en mijn favoriet op deze CD.

Ik kon niet genoeg krijgen van dat ‘vintage’ drumgeluid op jouw album. Is dat de bijdrage van Rodd Bland?

IS: Ja, Rodd was verbazingwekkend, hij kan werkelijk alles spelen. Cody heeft ook op enkele tracks gedrumd. Rodd had een goed gevoel voor alles wat we speelden, hij pikte het onmiddellijk op en was simpelweg perfect. Hij heeft een uniek geluid en speelde op een heel oud drumstel. Rodd was fantastisch, en Cody ook natuurlijk. Het is inderdaad een geweldige drum sound.

Je schreef, op enkele na, weer alle songs zelf. Ging er een lang groeiproces aan vooraf? Of kwam het allemaal spontaan?

IS: Het ging razendsnel. Twee weken voor de opnames was ik nog aan het schrijven, zelfs op het vliegtuig naar Memphis heb ik er nog aan gewerkt en ook in de studio ter plaatse zijn er nog details bijgekomen.

Had je een speciale band met de acteur Dennis Hopper of eerder met zijn outlaw vertolkingen waarin hij meer en meer ging uitblinken?

IS: Ik ben een grote fan van Dennis Hopper. Hij overleed toen ik bezig was met schrijven, ik wou een hulde brengen aan zijn leven en werk. Al de zinnen in de song “Hopper (Blues for Dennis)” heeft hij in zijn films uitgesproken. Er is iets van Apocalypse Now bij b.v. en andere films waarin hij meegespeeld heeft. Soms heb ik het een klein beetje moeten veranderen maar het zijn allemaal citaten uit zijn  films.


Een andere song waarvan ik omver word geblazen is “Hound Dog In The Manger”. Wie of wat inspireerde jou hierbij in tekst en ritme?

IS: Eigenlijk heb ik die met Sam, een Londense vriend van mij geschreven, het was zijn idee. Ik denk dat het over verleidingen gaat, on the road weet je, we krijgen er veel mee te maken (lacht). Met zijn idee heb ik de song dan verder uitgewerkt tot wat hij nu is.

Wat is volgens jou een ‘goed’ publiek wanneer je je met jouw inlevende blues kwetsbaar opstelt? Of kan het je niet echt schelen of zij al dan niet rumoerig zijn?

IS: Het hangt er van af, soms werkt het zoals hier vandaag met een groot publiek en soms in kleinere venues. Ik denk dat het belangrijk is dat de mensen stil zijn en luisteren. Vandaag was het ok maar dit is helaas niet altijd zo. De locatie en het aantal mensen zijn niet belangrijk als je maar de aandacht hebt van je luisteraars, dat zijn de ideale omstandigheden om dit soort muziek te spelen.

Jij treedt ook met Big Pete op, waarbij je dan vooral covers zingt. Zelden zag ik een Europeaan op dergelijke bezielde wijze Robert Johnson’s “Hellhound On My Trail” vertolken. Wat is jouw geheim?

IS: Ik heb helaas geen antwoord op die vraag. Alles wat ik weet is dat ik mij gemakkelijk in die song kan inleven – zoals iedereen denk ik. Iedereen heeft met zijn demonen en duivels te kampen vroeger of later.

Word je het nooit moe: de commentaar dat alleen Afro-Amerikanen de blues kunnen spelen?

IS: Pff... ik denk niet dat dat waar is. In het algemeen gesproken denk ik dat Amerikaanse musici beter de blues kunnen vertolken als wij Britten, mijn bescheiden mening hoor. We hebben onze eigen stijl ontwikkeld om dit genre te spelen en trouwens, zonder de Britse blues fans van het eerste uur zou de wereld de blues niet eens hebben leren kennen. Het zijn bands zoals de Rolling Stones en al die anderen die de blues bekend gemaakt hebben. De Britse Blues is zeker heel belangrijk, toch kan ik mij veel beter met Amerikaanse/Rootsmusic identificeren. Ik ben niet beïnvloed door Eric Clapton, Peter Green, Cream etc. Mijn invloeden zijn in de muziek van de voorgaande generatie te vinden. Graag denk ik over mijzelf dat ik het niet al te slecht doe (lacht). Toch kun je in Amerika in de eerste de beste bar stappen en er staat daar een top band op het podium. Je komt daar ongelooflijk getalenteerd volk tegen.
Het zit in de cultuur volgens mij. We groeien er niet ermee op zoals zij. We kunnen hoogstens leren de blues te spelen en dit door middel van tweedehands bronnen zoals CD’s en nu ook youtube etc... Amerikanen, vooral degenen die in het juiste gebied opgroeien zoals Mississippi, Chicago e.z.v. leven in de blues. Bij hun zit het dieper...

Heb je een eigen omschrijving van de blues?

IS: Voor mij is het de puurste expressie van de menselijke conditie, waar iedereen zich in kan terug vinden. Het maakt niet uit waar je vandaan komt of wie je bent. Blues gaat over liefde, gebroken harten, etc. Praktisch alles wat we ervaren in een mensenleven komt aan bod. De blues is de meest directe manier om deze emoties uit te drukken.

Wat is er voor jou als expert/ervaringsdeskundige nodig opdat ook de nieuwe generatie gewonnen wordt voor de meer traditionele blues?

IS: Dat is een heel goede vraag. Ze wordt mij rook regelmatig gesteld door club eigenaars en promotors. Ik weet dat jongeren enthousiast kunnen zijn als ze een echt goede blues band aan het werk zien. Vaak brengen ouders hun kinderen mee naar mijn gigs, die vertellen mij dat ze nooit eerder in contact waren gekomen met blues en ze zijn enthousiast over het concert... Ik denk ook dat er veel slechte blues in omloop is. Kids kunnen de muziek van hun ouders alleen aanvaarden als ze een band zien die goed en vooral opwindend is. Als je Big Pete’s band ziet of de Hookie Joints: dat is Rock’n’Roll, theater en zinderende sound. Dat slaat ook bij jongeren aan hoor. De uitdaging is deze nieuwe generatie naar deze optredens te brengen. Ik doe mijn best, hoe meer jongeren hoe beter, anders evolueert het niet...
Het publiek is ouder aan het worden, ze willen niet meer elke avond uitgaan om een band te zien. In de UK is de gemiddelde concertganger mannelijk en boven de 50. Daar is natuurlijk niets mis mee maar als ze hun zonen en dochters zouden meenemen zou dat een goed zaak voor de hedendaagse blues zijn. Hier in de Benelux is het publiek al gevarieerder, wat ik ten zeerste kan appreciëren.

De reacties op je nieuwe CD in de Benelux zijn unaniem heel goed, wat gebeurt er in de UK?

IS: Mojo Magazine heeft een heel goede review geschreven en in het algemeen is de CD goed onthaald. Ik ben er heel opgetogen mee, want ik was toch een beetje bezorgd en nieuwsgierig hoe men op deze CD zou reageren. Hij is niet zoals mijn voorgaande werken, maar heel specifiek op een bepaalde blues stijl gericht wat de inhoud betreft.
Er zijn nog twee songs die apart als single of digitale demo gaan uitkomen, ik weet het nog niet. Het zijn pure country-style songs en pasten niet zo direct bij de rest van de plaat. De beste twee songs die ik ooit geschreven heb en ze hebben het niet gehaald (lacht). Op de CD staan elf songs en het voelde compleet en als een geheel aan.

Dani
met dank aan Marcie voor haar medewerking aan dit interview.